Aan het eind van de jaren zestig begon Unitel met het maken van een reeks operetteverfilmingen. Der Zigeunerbaron uit 1975 betekende de doorbraak van Siegfried Jerusalem, die zijn carrière zou eindigen als wereldberoemde Wagner-tenor. Jerusalem was fagottist in het Radio Symfonie Orkest van Stuttgart toen hij auditie deed voor de rol van zigeunerbaron Sándor Barinkay. Hij werd gekozen en stal uiteindelijk de show met goede zangprestaties en een grote dosis charisma. De film is een feest voor het oog, omdat regisseur Arthur Maria Rabenalt op locatie filmde in Hongarije met mooie plaatjes van het landschap. Om de vaart erin te houden werden verhaal en partituur enigszins aangepast en ingekort. Zo is vrijwel de gehele film een flashback van Conte Carnero die vertelt over zijn avonturen ver van Wenen. Der Zigeunerbaron wordt net als Die Fledermaus ook wel beschouwd als een opera. Walsenkoning Johann Strauss hoopte dat ook te bereiken, maar pas in 1910 werd het werk voor het eerst aan de Weense Opera opgevoerd. (CP)