Bruckner heeft zijn Vijfde Symfonie zelf nooit gehoord, althans niet in de orkestrale versie. De enige uitvoering tijdens zijn leven vond plaats in 1894 onder leiding van Franz Schalk. De componist was echter te ziek om het concert bij te wonen. Hierdoor had hij ook geen kans om te protesteren tegen Schalks herorkestraties en coupures. Helaas vonden Schalks herzieningen hun weg naar de eerste druk van de partituur (1896). Pas in 1937 bracht Robert Haas de authentieke versie uit, waarvan de editie Nowak (1951) niet essentieel afwijkt. Authentiek en bevlogen is ook het geluid van het Residentieorkest, dat na het vertrek van Jaap van Zweden wordt geleid door de Estse dirigent Neeme Järvi. Het is overigens niet alleen aan de wereldberoemde Järvi te danken dat het Haagse orkest een internationale reputatie heeft. Zo gaf het orkest bekendheid aan een aantal Nederlandse componisten (o.a. Verhulst, Diepenbrock, Hol) in een reeks van het Britse (!) Chandos met dirigent Matthias Bamert. We hebben het hier dus over het orkest dat de locale lijsttrekker van de PVV deed opmerken: ‘Waarom moet Jan Modaal betalen voor een elitegezelschap dat een tromboneclubje bezoekt?’ (Trouw 20 februari 2010) Nou, hierom dus! (HJ)