Ook op Lemele zingt de Israëlische zangeres Chava Alberstein weer in het Jiddisch. De toon van de meeste van haar nummers op Lemele (“Lammetje”) is weer melancholiek, iets wat je volgens Alberstein snel hebt wanneer je in het Jiddisch zingt: “Het is de taal van onze grootouders. Je praat met de mensen die niet meer leven en dat stemt triest”. De Tweede Wereldoorlog en massale emigraties naar Amerika en Israël zorgden ervoor dat de taal die ooit door dertien miljoen mensen werd gesproken nu een sluimerend bestaan leidt. De recente opleving van klezmer heeft de interesse in het Jiddisch weer doen toenemen en in Alberstein heeft de taal een uitstekende ambassadrice. De zangeres nam Lemele op in Praag met een Tsjechisch orkest. De stem van Alberstein (zelf geboren in Polen) en de muziek van het orkest sluiten uitstekend op elkaar aan. Alberstein nam al rond de vijftig albums op in haar dertigjarige carrière en Lemele bewijst dat ondanks haar enorme productiviteit de mooie liedjes nog steeds niet op zijn. (PdK)