Naast hun eigen bezigheden maken de cabaretiers Erik van Muiswinkel en Diederik van Vleuten vanaf 1997 ook avondvullende theaterprogramma’s als het duo Van Muiswinkel en Van Vleuten. De twee mannen zijn aan elkaar gewaagd in hun imitaties van bekende Nederlanders en in hun erudiete en bloemrijke taalgebruik. In hun vijfde theaterprogramma Prediker En Hooglied ontmoeten de mannen elkaar in een park, een uitgebluste Van Vleuten met zoon Spijker in de wandelwagen en een in crickettenue gestoken energieke Van Muiswinkel. Een rode draad in het verhaal vormt de brief met het verzoek of het duo in Australië komt optreden voor geëmigreerde Nederlanders. Dit levert maatschappijkritische anekdotes op over het Nederland van vroeger en nu, afgewisseld met goed gedoseerde melige imitatiekunsten. Van Vleuten zingt twee prachtige liederen, waaronder een over een brief van schilder Vincent van Gogh aan zijn broer Theo. Dit lied vormt uiteindelijk een brug naar Van Muiswinkels aangrijpende relaas over de moord op Theo van Gogh. Meesterlijk. (SvdP)