De Amerikaanse componist Roberto Sierra (1953) beoogt, zoals hij zelf zegt, een nieuw geluid toe te voegen aan de Amerikaanse muziektraditie, door terug te grijpen op de muzikale tradities waarmee hij opgroeide. Die tradities waren de Latijns-Amerikaanse muziek die hij als kind leerde kennen in Puerto Rico. Dat de verwerking van die indrukken plaats vindt tegen een achtergrond van gedegen beheersing van het vak, blijkt uit de opleiding van Sierra, die na zijn studie in Puerto Rico nog zijn licht opstak in Londen, Utrecht en Hamburg, waar hij drie jaar lang les kreeg van Ligeti. De Caribische achtergrond klinkt al direct door in de Conjuros uit 1982, een zevendelige liedcyclus, die gebaseerd is op Afro-Cubaanse rituele gezangen. Niet alle werken dragen de Caribische herkomst van Sierra zo duidelijk uit. Het Trio tropical uit 1991 doet dat voornamelijk in het langzame deel, een ‘Habanera noctura’. In de Cinco bocetos voor klarinet-solo is de referentie aan Sierra’s geboorteland vooral vervat in de ‘Interludio nocturno’, waar hij de roep van een alleen in zijn land voorkomende soort boomkikker heeft verwerkt. Descarga, de titel van een eendelig werk uit 1987/1990 voor piano en tien instrumenten verwijst vooral naar het Latijns-Amerikaanse Spaans, waarin dit woord tevens de betekenis ‘jam session’ heeft. Sierra’s muziek conformeert zich aan de mainstream van de Amerikaanse concertmuziek: aangenaam, virtuoos en toegankelijk emotioneel. Het is vooral zijn continue putten uit de muzikale tradities van zijn geboorteland die maakt dat zijn muziek ook echt een nieuw geluid brengt in de Amerikaanse ‘melting pot’. (JvG)