Red Hot Chili Peppers’ gitarist John Frusciante is een rusteloos en getergd mens. Na zijn eerste succesvolle periode bij deze band leek hij gedurende de jaren negentig definitief te kunnen worden bijgezet in de galerij van verdwaalde rockzielen als Syd Barrett en Alex Chilton. In 1999 wist hij echter niet alleen zichzelf maar ook de Peppers uit een diep dal te trekken met het succesalbum Californication. Hierop volgde een ongekende stroom van soloalbums met als piek de zeven titels die hij vanaf 2004 in een jaar tijd afleverde. De hulpeloze en zoekende klanken van zijn eerste soloalbums werden hierop gestroomlijnd tot een eigen geluid dat nog steeds dwars en grillig kan klinken maar waar altijd een donkere en ruwe schoonheid van uitgaat. Zo opent zijn elfde album The Empyrean met een langgerekt, sferisch gitaarstuk als opmaat tot een verzameling kale en licht psychedelische songs. Zowel op gitaar als vocaal klinkt Frusciante vaak breekbaar maar hij wordt strak begeleid (door onder andere bassist Flea en gitarist Johnny Marr) zodat zijn zielenroerselen nergens verzanden in muzikaal gemijmer. Een vrij natuurgetrouwe versie van Tim Buckley’s Song To The Siren sluit hier naadloos bij aan. (MR)