De Russische ballerina Maya Plisetskaya (1925) werd in haar glorietijd op handen gedragen. Ze zou het Zwanenmeer maar liefst achthonderd keer opgevoerd hebben. Plisetskaya heeft nog heel lang doorgedanst, op een leeftijd dat de meeste ballerina’s al lang met pensioen zijn gestuurd. Samen met haar echtgenoot, de componist Rodion Sjtsjedrin, maakte zij drie balletten waarin zij zichzelf een hoofdrol toekende. Een daarvan is De Meeuw, gebaseerd op een toneelstuk van Anton Chekhov. Als choreograaf brak Plisetskaya met de klassieke Russische traditie. Een paar jaar ervoor had ze op vijftigjarige leeftijd de Boléro van Maurice Béjart gedanst en ervaren hoe de dans zich in het Westen ontwikkeld had. Dus in De Meeuw geen pirouettes en moeilijke sprongen, ze wilde zich concentreren op karakteruitbeelding. En aangezien miscommunicatie misschien wel het grootste probleem is van de personages, wordt er vrijwel nooit synchroon gedanst. Het leverde haar de nodige kritiek op. Terecht of onterecht, daar zijn dansliefhebbers het nog niet over eens, maar het lijkt erop dat de muziek van De Meeuw boeiender is dan de choreografie. (CP)