Wie tegenwoordig een mooie opname zoekt van een bekend strijkkwartet heeft ruime keuze. Er zijn uitstekende opnamen van oudere ensembles als het Quartetto Italiano, het Amerikaanse Vermeer Quartet en het Russische Borodin Kwartet en het Oostenrijkse Alban Berg Quartett. Daarnaast zijn er tegenwoordig nog zeer veel andere uitstekende strijkkwartetten. In de eerste decennia van de twintigste eeuw, toen het strijkkwartet nog niet als ondubbelzinnig concertgenre gold, maar nog een sterke band bewaarde met de traditie van huiselijk musiceren, was de keuze aanmerkelijk beperkter. Er waren slechts weinig werkelijk goede ensembles, en daarvan was in de twintiger en dertiger jaren het Boedapest Kwartet zonder twijfel een van de beste. Uit de glorietijd van dit ensemble zijn helaas niet veel opnamen beschikbaar, maar een indruk van hun spel geven deze live-opnamen uit 1953 en 1956. Gespeeld worden Schuberts Forellenkwintet D.667 en het Pianokwintet van César Franck. Het ensemblespel was in de latere jaren van het Boedapest niet meer zo puntgaaf, maar hun prestaties waren nog steeds het beluisteren waard. Hun spel is vanaf de eerste tel enthousiasmerend en meeslepend. Dat er daarbij ook wel eens wat fout gaat, zowel bij de strijkers en de pianist, lijkt niemand te deren, en terecht, want menig muziekliefhebber zou zich in zijn handen knijpen als hij heden ten dage een concert zou kunnen bijwonen, waar zo zeer op het scherp van de snede wordt gemusiceerd. Van harte aanbevolen. (JvG)