Muziek is een universele taal, dat bewijst ook Geoffrey Gurrumul Yunupingu. Hoewel deze blinde Aboriginal op zijn debuutalbum Gurrumul zong in zijn moedertaal Yonglu, zichzelf daarbij begeleidend op akoestische gitaar, werd het album wereldwijd een sensatie. De soulvolle stem van de verlegen musicus bleek veel luisteraars in het hart te raken. Sting roemde Gurrumuls stem zelfs ‘as having the voice of a higher being!’ Hij wordt nu gezien als een rolmodel voor de Aboriginals en als de grootste stem van het Australische continent. Zijn in New York opgenomen tweede studioalbum Rrakala is een natuurlijk vervolg op zijn debuut. Ditmaal bespeelt Gurrumul meer instrumenten: behalve akoestische en elektrische gitaar ook piano en drums. Door zijn stem multitrack op te nemen, vormt hij weer prachtige vocale samenklanken. In melodieuze en low tempo balladen zingt Gurrumul over zijn verbinding met de natuur en de matriarchale samenleving van de Rrakala, zoals de Gumatj clan zichzelf noemt en waartoe Gurrumul behoort. De tedere melancholieke sound en contemplatieve zang brengt de luisteraar in een rustgevende en harmonieuze stemming, diepmenselijk en spiritueel. (SvdP)