De enige vaste waarde van het al sinds 1981 actieve Giant Sand is singer/songwriter Howe Gelb. Deze excentriekeling uit Tucson, Arizona lijkt zich nauwelijks te bekommeren om een stabiele carrière en maakt vooral platen voor een select, wereldwijd publiek dat hem op handen draagt. Een echte cultartiest met een eigen geluid waarin al country, folk en andere Amerikaanse rootsmuziek doorklonk voordat de betiteling americana hiervoor was uitgevonden. Voor proVisions reisde hij onder andere naar Denemarken en Canada om hier met geestesgenoten als Neko Case, M. Ward en Isobel Campbell te werken. Dit leverde een plaat op met een losse en ongedwongen sfeer. Maar echt gezellig wordt het nooit in deze verzameling gejaagde en melancholieke songs. In de teksten van Gelb regeert veelal de ironie op een speelse manier. Dit roept, vooral in een pure countrysong als Can Do, vergelijkingen op met Lee Hazlewood, waarmee Gelb ook een soms onaards laag stemgeluid gemeen heeft. De schrijnend mooie ballad The Desperate Kingdom Of Love laat horen dat Gelb een van de meest ondergewaardeerde songwriters van Amerika is. Maar zijn fans zullen de laatste zijn om zich daar zorgen om te maken. (MR)