Het is bekend dat ex-verslaafden een bijna dwangmatige werklust kunnen hebben. Als therapie tegen eventuele terugval en om, zoals in het geval van de Engelse bassist, zanger en songwriter Glenn Hughes , veel verloren jaren in te halen. Dit prominente lid van Deep Purple (Mark III 1974 - 1976) maakt geen geheim van zijn overwonnen drugsproblemen en levert met Afterglow alweer het derde Black Country Communion album af in drie jaar. Hughes is gedurende die albums ook meer en meer uitgegroeid tot een extravagante rock-karikatuur met rauwe blanke soulstem waarmee hij graag hoog gillend uithaalt. Op Afterglow rockt de band, met natuurlijk supergitarist Joe Bonamassa in de gelederen, tot het diep paars ziet. Rockproducer Kevin Shirley tekende daarbij voor een stroperige seventies-sound waardoor het, compleet met brandend orgelgeluid van Derek Sherinian en massieve drums van Jason Bonham , wel een verloren Deep Purple-plaat lijkt. En niet eens een slechte. (MR)