Choreograaf Marius Petipa had overduidelijk moeite om een balletscenario te maken van E.T.A. Hoffmanns grimmige sprookje De Notenkraker En De Muizenkoning. Zijn plot van het ballet hangt als los zand aan elkaar: het tweede deel heeft eigenlijk niets meer te maken met het eerste deel. Maar iedereen weet, Tsjaikovski's muziek is prachtig en De Notenkraker is een must voor ieder klassiek balletgezelschap dat zo'n grote productie aankan. Daarom wordt in iedere nieuwe versie van het ballet weer een poging gedaan het plotprobleem op te lossen. Zelden is dat zo goed gelukt als in de productie van het Nederlandse Nationale Ballet. De versie van Toer van Schayk en Wayne Eagling speelt zich af in Amsterdam rond 1810. Clara viert met haar familie Sinterklaas. Zij krijgt de notenkraker en hoort het verhaal van De Muizenkoning, dat door middel van een toverlantaarn verteld wordt. 's Nachts droomt zij hierover: als volwassene helpt zij de notenkraker om de muizenkoning te verslaan, waarna de notenkraker de gedaante aanneemt van de knappe jongeman met wie zij op het feest gedanst heeft. Vervolgens belandt het tweetal in de magische toverlantaarn waar zij mensen uit allerlei vreemde landen en culturen ontmoeten. Geen Suikerfee, de grand pas de deux wordt door de volwassen Clara en haar geliefde opgevoerd. (CP)