Naast componist en etnomusiocoloog was Béla Bartók in zijn tijd tevens een gevierd pianist. Zodoende bracht hij veel eigen pianomuziek in première. Vanaf 1938 vormde Bartók ook een succesvol pianoduo met zijn tweede echtgenote Ditta Pasztory. De aftrap vormde de wereldpremière van Bartóks fenomenale Sonate Voor Twee Piano’s En Slagwerk, waarmee hij direct een monument toevoegde aan het repertoire voor twee piano’s. Jammer genoeg bleef het bij deze ene bijdrage voor die bezetting, althans volgens de algemene opinie. Dat Bartóks oeuvre nog meer te bieden heeft laat pianoduo Adrienne Soos en Ivo Haag op dit album horen. Minstens zo interessant als de Sonate is Bartóks tweede Orkestsuite op.4. Zijn leven lang droeg hij dit jeugdwerk een warm hart toe. In 1920 reviseerde hij het stuk grondig, om er twintig jaar later een transcriptie voor pianoduo van te maken, vol pianistisch vernuft (zoals in het Allegro diabolico). Op 6 januari 1941 speelde duo Bartók-Pasztory de eerste uitvoering in Chicago. Voor pianoduo Soos-Haag is op dit album een andere wereldpremière weggelegd: de transcriptie voor twee piano’s van het orkesttweeluik Twee Beelden op.10 door Bartók-kenner Zoltán Kocsis. (JWvR)