De muzikale smaak van Robbie Williams wisselt per album. Klonk zijn vorige plaat dankzij de stuwende bassen en gitaren nog als een commerciële indieband, op zijn nieuwste creatie pakt Williams uit met een volledig orkest. De titel doet vermoeden dat dit Swing When You’re Winning deel twee is en dat is ten dele ook wel zo. Er is geen instrument te bedenken dat niet wordt gebruikt; Williams schuwt het grote gebaar niet. Maar anders dan het big bandalbum uit 2001, is het merendeel van de nummers nu door de zanger zelf geschreven. Het is moeilijk voor te stellen dat dit materiaal, dat van een belegen soort gezelligheid is, wordt gezongen door een getatoeëerde enfant terrible. Toch is dit het materiaal waar de ex-Take That’er misschien wel het best mee uit de voeten kan. Williams beschikt over een geweldige stem waarmee hij hoge uithalen, lage croons en komische praatzang overtuigend kan neerzetten. De Britse tongue-in-cheek is in bijna elk nummer aanwezig, wat het in de basis oubollige materiaal een prettige dosis lichtvoetigheid geeft. De rijkdom van dit album wordt gecompleteerd door de uitstekende gastbijdragen van onder meer Rufus Wainwright, Michael Bublé en Lily Allen. (HF)