Jacob van der Wal Onverschuldigde betaling na faillietverklaring
Gedrukt boek
Summary: Dient een onverschuldigde betaling ná faillietverklaring die ten goede aan de boedel is gekomen, te worden behandeld als een concurrente boedelschuld, of moet het bedrag onmiddellijk worden gerestitueerd? Die vraag stond centraal in een zaak die in 1997 leidde tot het arrest Ontvanger/Hamm q.q. In dit arrest heeft de Hoge Raad, met de introductie van een 'superboedelschuld', de regulier rangorde van schuldeisers overhoop gegooid. Hij heeft immers bepaald dat een onverschuldigde betaling ná faillietverklaring onmiddellijk dient te worden gerestitueerd, indien tussen de gefailleerde en degene die aan hem betaalde geen rechtsverhouding bestaat of heeft bestaan die aanleiding tot de betaling gaf, en waarin de betaling slechts het gevolg is van een onmiskenbare vergissing.0In dit boek analyseert mr. Jacob van der Wal de rechtspraak over de onverschuldigde betaling ná faillietverklaring, en de reacties daarop in de literatuur. Hij besteedt aandacht aan de jurisprudentie van vóór en ná Ontvanger/Hamm q.q., en gaat uitgebreid in op dit arrest dat als een scharnierpunt in het insolventierecht is gaan fungeren. Ook komt het arrest Van der Werff q.q./BLG (2007) aan de orde, waarin de Hoge Raad de Ontvanger/Hamm q.q.-doctrine opnieuw heeft uitgelegd en nader gepreciseerd