Liszt heeft veel betekend voor de orgelcultuur. Hij schafte zich een ‘Riesenflügel’ (een mengeling van Erard piano en pedaalharmonium) aan, nadat hij zich in Weimar gesetteld had. Met zijn geniale, maar helaas jong gestorven leerling Reubke bracht hij uren aan dit instrument door. Van drie grote meesterwerken (Weinen, Klagen…, Preludium en Fuga over BACH, Ad Nos … Fantasie en Fuga) horen we hier alleen Weinen, Klagen… En eigenlijk is dat ook wel logisch, want transcripties (eigen werk en dat van anderen) vormen het grootste deel van Liszt’s oeuvre voor orgel (zo ook van deze cd). Zo eindigt Jetty Podt hier met imposante (maar ingekorte) orgelversie van Liszt’ s Dante Symfonie. Het arrangement werd destijds vervaardigt door een insider (de organist Alexander Wilhelm Gottschalg), maar Liszt heeft het arrangement uiteraard gecorrigeerd en geautoriseerd. Jetty Podt bespeelt hier het schitterende König orgel van de Stevenskerk te Nijmegen. Vanwege zijn klankkarakteristieken is het orgel zeer geschikt voor de monumentale orgelmuziek van de 19e en 20ste eeuw, hoewel het hier feitelijk om een instrument uit de pruikentijd gaat. (HJ)