Door zijn vorige album Brothers In Bamako waarin de Malinese singer/songwriter en gitarist Habib Koité samenspeelde met de Amerikaanse bluesartiest Eric Bibb, raakte Koité zo enthousiast over de klank van de banjo dat hij een exemplaar gehouden heeft. Dit instrument is vaak te horen op Koité’s album Soô. Na tweeëntwintig jaar met zijn Bambara band vond Koité het tijd voor vers bloed. Behalve bassist Abdul Berthe spelen nieuwe jonge musici mee op dit akoestisch klinkende album, dat opgenomen is in Koité’s eigen huis. De titel Soô betekent ‘thuis’ en verwijst naar de plaats waar je hart is, bij je familie en goede oude vrienden. Als altijd reizende muzikant koestert Koité zijn thuis in Mali. Op zachtmoedige wijze zingt hij in meerdere talen en stijlen over humane thema’s als een vreedzame en hulpvaardige omgang met elkaar, een herinnering aan zijn verblijf in Los Angeles (met tequila!), een gedwongen huwelijk, een tragisch mislukte besnijdenis en zijn hoop dat Mali behouden blijft. Op Téréré, een eerbetoon aan de rijke griotcultuur, spelen de legendarische Toumani Diabaté (kora) en Bassekou Kouyaté (n’goni) mee. Erg aanstekelijk is Balon, een feestelijke ode aan voetbal, met rap van Master Soumi. (SvdP)