In de klaagzangen van Jeremia, een boek uit het Oude Testament, wordt gerouwd om de vernietiging van Jeruzalem, vermoedelijk rond 600 voor Christus. Ruim duizend jaar later werden delen uit de klaagzangen voorgedragen in de zogenaamde donkere metten, in de laatste dagen voor Pasen. Nu werd de vernietiging echter symbolisch begrepen, en sloeg die op het sterven van Jezus. Dit inspireerde vele componisten, van Johannes Tinctoris tot Ernst Krenek, tot meeslepende werken. Giovanni da Palestrina, de meester van de meerstemmigheid in de late renaissance, componeerde maar liefst vier sets van klaagzangen, allen in de laatste zes jaar van zijn leven. De sfeer blijft bij Palestrina voortdurend ingetogen, in tegenstelling tot de expressieve zettingen van bijvoorbeeld De Victoria of Lassus. Bij Palestrina horen we sonore akkoorden en weldadige klankvelden, en Guy Janssens weet dit ook prachtig ten uitvoer te brengen met zijn Laudantes Consort. (TC)