Schubert componeerde zijn Octet D.803 (blazers en strijkers) in het voorjaar van 1824 in opdracht van de klarinettist Ferdinand, Graaf Troyer. Schubert nam hierbij een voorbeeld aan het Septet van Beethoven, wat trouwens ook de uitdrukkelijke wens van de graaf was. Zowel Schuberts Octet als Beethovens Septet wortelen in het genre van de ontspannen avondmuziek in de open lucht (serenade). Schuberts meesterwerk is echter te grootschalig en te symfonisch van karakter om puur als entertainment afgedaan te worden. Luister bijvoorbeeld naar het weemoedige Adagio, of het dramatische slotdeel. Helaas heeft dit Octet nooit de bekendheid gekregen van de Onvoltooide Symfonie of het Strijkerskwintet. Het ensemble Northernlight verzorgt hier een fraaie en sonoor klinkende uitvoering, zich daarbij baserend op de principes van de authentieke uitvoeringspraktijk. Northernlight behoort tot een soort federatie van instrumentale groepen, allen gelieerd aan het in 2007 opgerichte Edding Quartet. Dit strijkkwartet horen we in een toegift: Schuberts grandioze Quartettsatz, dat door Brahms al bijna op een lijn werd geplaatst met de Onvoltooide Symfonie. (HJ)