Begin jaren zeventig zat een beetje supergitarist aan de heroïne (Eric Clapton, Keith Richards) of bij een goeroe (John McLaughlin, Carlos Santana). Supergitarist Jimmy Page van de Britse groep Led Zeppelin dompelde zich onder in occultisme en kocht onder andere de voormalige cottage van de Britse zwarte magiër Aleister Crowley. Ook rond het immens succesvolle Led Zeppelin begonnen zich steeds meer, al of niet occulte mythes te vormen en hun vierde album droeg daar in 1971 aan toe. Het heeft officieel geen titel, de hoes bevat geen enkele informatie en in de binnenhoes worden de bandleden alleen met symbolen aangeduid. Maar ook de cryptische tekst van Led Zeppelins bekendste nummer Stairway To Heaven leidde tot veel, al dan niet kwaadaardige analyses. Met name dit epos dat zich organisch van pastorale folk opbouwt tot stevige rock, behoort tot de hoogtepunten van het meestverkochte album van de groep. Tussen de loeiende rock van opener Black Dog en de dampende (door Beastie Boys gesamplede) blues van afsluiter When The Leevee Breaks, ontvouwt zich een dynamisch classic rockalbum zonder een zwak moment. De inspiratie van deze supergroep leek maar niet op te drogen en zelfs hier werden, door kwade tongen occulte krachten aan toegekend. (MR)