Vroeger hebben in de omgeving van Augustinusga (deze streek heet in het Fries Fryske Wâlden) kloosters gestaan. Het waren veilige plekken in een ruige omgeving. In de boeken van Theun de Vries, een bekende Friese schrijver, komt naar voren, dat de paden tussen de verschillende dorpen en gehuchten erg onveilig waren. Angst overheerste. Het was een ruw volk, bovendien heerste er veel armoede. Sfeer van angst en onrecht worden in deze compositie voelbaar vertolkt. De Slag om de brug bij Blauferlaet (2e wereldoorlog) speelt een belangrijke rol in Fjoer en Fidúsje. Fjoer (vuur) geeft de gedrevenheid, doorzettingsvermogen en sterke betrokkenheid vande mensen aan om de armoede en het onrecht te bestrijden. Fidúsje (vertrouwen) heeft de bevolking in Fryske Wâlden altijd gehad, in zichzelf en velen ook in God. Het koraal tegen het einde in deze compositie geeft dit prachtig weer. Carl Wittrock schreef deze compositie ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van fanfare orkest De Bazuin uit Augustinusga.