Deze compositie is gebaseerd op een passacaglia-thema, waarin artistieke perfectie, symfonisch drama en oosterse melodielijnen een rol spelen. De passacaglia is van oorsprong een dans die bestaat uit een reeks variaties boven een constant als ostinato aanwezige baslijn. Het is niet in deze zin dat de "symfonische variaties" in de passacaglia-vorm zijn, maar in de zin van de open vorm van de variaties. Jacob de Haan, zelf van huis uit organist, liet zich voor dit stuk inspireren door de beroemde passacaglia voor orgel in C-mineur van J.S. Bach.
Meer informatie
Je leent deze bladmuziek bij je eigen Bibliotheek. Vul de vier cijfers van je postcode in en vind je Bibliotheek.