Het werk is gecomponeerd in een hedendaags maar toegankelijk idioom. In de compositie worden de volgende 3 wolken muzikaal verbeeld: I. Cumulus (Stapelwolk) Het eerste deel beschrijft hoe de stapelwolken door de lucht zweven. Deze wolken zijn over het algemeen dicht en scherp omlijnd. Het gedeelte belicht door de zon is meestal schitterend wit, de basis is betrekkelijk donker en vrijwel horizontaal. De stapelwolk voorspelt meestal zonnig weer. II. Cirrocumulus (Fijne schaapjeswolk) De cirrocumulus of schapenwolk, is een type wolk die op grote hoogte, 6 tot 10 km, voorkomt. Deze wolken komen vaak voor in grotere velden. Dit wolkentype wijst op een toenemende luchtvochtigheid en kan een voorbode zijn voor slecht weer. III. Cumulonimbus (Donderwolk) Het tweede deel gaat direct over in het laatste deel: Cumulonimbus ofwel 'Donderwolk'. Het spreekt voor zich dat de donder en bliksem duidelijk hoorbaar zijn in dit 3e deel van 'Clouds'
Meer informatie
Je leent deze bladmuziek bij je eigen Bibliotheek. Vul de vier cijfers van je postcode in en vind je Bibliotheek.