De precieze locatie van Illyrië was voor Shakespeare niet belangrijk; wat hem opwond was de weerklank van het woord zelf en de romantiek van alle verre, verzonnen plaatsen. Illyria is Never Never Land en het idee om dansen voor zo’n plek te bedenken intrigeerde mij. De openingsrondeau heeft een refrein van zeven maten met een ritmische twist, afgewisseld met varianten die de meeste delen van het orkest benadrukken. De Aubade is een zachte dans in ternaire vorm met fluiten, met een vleugje van het ochtendkoor aan het einde. De laatste Gigue is een rondo in zes-achtmaat, waarbij het terugkerende thema ook als contrapunt verschijnt voor de vele neventhema's. Illyrian Dances is opgedragen aan mijn oude en goede vriend Timothy Reynish
Meer informatie
Je leent deze bladmuziek bij je eigen Bibliotheek. Vul de vier cijfers van je postcode in en vind je Bibliotheek.