De meeste noten in deze korte compositie zijn van Johann Sebastian Bach en ontleend aan de Air uit de derde orkestsuite. Als leidmotief gebruikt Goorhuis de cadens aan het slot van het eerste gedeelte. Deze stokt, blijft hangen als een soort vraag, wordt iets zachter fluisterend herhaald om daarna tot een heftiger open vraag te leiden, die vervolgens wordt beantwoord met het onververeemdbare begin van Bach' s geniale opening. Vervolgens worden de elementen van de Air op een schijnbaar willekeurige wijze door elkaar geschud. De harmonische positie van de zinnen blijft echter intact. In Bach's notentekst werden door de componist hier en daar nieuwe elementen toegevoegd. het stuk toont de kracht van Bach's origineel, maar laat ook zien dat veel dingen ook op een andere manier bekeken kunnen worden. Het stelt vragen over oorzaak en gevolg, over tijd en eeuwigheid.
Meer informatie
Je leent deze bladmuziek bij je eigen Bibliotheek. Vul de vier cijfers van je postcode in en vind je Bibliotheek.