Broos en kwetsbaar klinkt de Britse zanger Robert Plant op Carry Fire. Dat is misschien ook wel de kracht van het 11e album dat hij uitbracht onder eigen naam. Ooit was Plant de zelfbenoemde 'golden god' en frontman van de grootste rockband ooit: Led Zeppelin . Toch wist hij te voorkomen een karikatuur te worden, zoals bijvoorbeeld collega-rockgod Ozzy Osbourne . Plant bleef altijd een muzikale avonturier. Daarnaast probeerde hij nooit krampachtig jong te blijven. Op het hoesje van Carry Fire oogt deze late zestiger, verweerd en met lange grijze manen, als een oude heidense god. Rock klinkt er nog maar sporadisch op Carry Fire en heeft plaats gemaakt voor een breed en transparant geluid waar blues, americana en wereldmuziek in doorklinken. Plant zingt vooral mijmerend en melancholisch met zijn door het leven gekartelde hoge stemgeluid. Het maakt Carry Fire tot een even stemmig als indringend album. (MR)