Leoš Janáček liet een klein, maar hoogwaardig oeuvre na voor piano. De dramatische Pianosonate 1.X.1905 is letterlijk van de straat. Op die bewuste datum (1 oktober 1905) zag de componist hoe tijdens een vreedzame demonstratie een arbeider dodelijk werd geraakt door een bajonet. De diep geschokte componist verwerkte daarop zijn emoties in zijn enige pianosonate. Het verhaal gaat dat Janáček zich na de eerste uitvoering zo gefrustreerd voelde, dat hij de partituur in de rivier gooide. Naderhand konden alleen de eerste twee delen gereconstrueerd worden met hulp van de pianist van de première. Ook de cyclus Op Een Overwoekerd Pad kent een rommelige overlevering. De cyclus valt uiteen in twee helften. De stukken van de eerste helft werden door Janáček gepubliceerd in 1911. Deze stukken gingen vergezeld van beschrijvende titels, zoals Een Weggewaaid Blad en De Kerkuil Is Nog Niet Weggevlogen. De tweede helft beslaat een vijftal restproducten, waarvan er slechts twee door de componist voltooid werden. Op deze cd speelt Jan Batroš alleen die voltooide stukken. Batroš laat de overige drie bewust achterwege, omdat ze niet door de componist voltooid (en dus geautoriseerd) zijn. (HJ)