Een prachtig album met virtuoze, harmonieus voortkabbelende Malinese blues die een stemming van vrede en verstilling oproept. Ballaké Sissoko bespeelt de kora, een soort Afrikaanse harp. Baba Sissoko bespeelt de ngoni, een soort Afrikaanse luit en de ‘pratende trom’ tama. De twee Sissoko’s behoren tot de griots, een eeuwenoude kaste van musici. Beiden hebben ze een internationale reputatie opgebouwd als meesters op hun eigen instrumenten. Ballaké en Baba leerden elkaar goed kennen toen ze in de jaren 80 van de 20e eeuw allebei hun vaders plaats innamen in het prestigieuze Instrumentale Ensemble van Mali. Na al die jaren hun eigen weg gegaan te zijn droomde Baba ervan om weer eens met Ballaké samen te spelen. Het is een broederlijk samenzijn geworden vol harmonie en spontaniteit. Alles werd live opgenomen in één enkele take. Zoveel vertrouwen, meesterschap en vreugde hadden ze in elkaar. De muziek gaat over tolerantie en respect voor de familie, cultuur en traditie. (SvdP)