Op een late herfstavond van het jaar 1811 staat de jeugdige boer en visserman Dirk Pronk op de dijk bij Uitdam. Holland is ingelijfd bij Frankrijk. Hier bij het water proeft Dirk Pronk de vrijheid en de ruimte. Napoleon staat op het hoogtepunt van zijn macht, alle handel met Engeland is verboden en de wurgende greep van de Fransen wordt steeds erger. De Hollanders verzetten zich hiertegen en de smokkelhandel is een spel op leven en dood met de Franse bezetters. Er worden Hollandse jongens opgepakt om dienst te doen in het Franse leger. Velen moeten vluchten en onderduiken. De Hollanders, vrij van geest en wil, verlangen naar de vrijheid en willen het juk van de Franse bezetting afwerpen. Dirk Pronk gaat samen met een Vlaamse deserteur een belangrijk bericht brengen naar de prins in Engeland. Het wordt een gevaarvolle tocht, want het verraad loert overal. Bron: Flaptekst, uitgeversinformatie