Adam Topol speelde percussie bij Jack Johnson en werkte eerder samen met artiesten als Ziggy Marley , David Gilmour en Joey Santiago . Topol heeft een achtergrond in jazz en latijnse percussie en maakt al vanaf de late jaren 70 muziek. Op zijn tweede soloalbum mengt Topol de stijlen waar hij oorspronkelijk voor studeerde met tal van andere genres tot een dromerige brij met veel psychedelische invloeden. Het geluid van Cuando lijkt wel wat op dat van Helado Negro ’s folktronica. Topol wil de luisteraar wegvoeren. Hij kwam zelf met tal van niet-Amerikaanse muziekstijlen in aanraking terwijl hij over de wereld toerde. Die verschillende stijlen bundelde hij ook op zijn project Ritmo Y Canto . Hier worden de verschillende stijlen meer op de achtergrond toegepast. De hoofdmoot bestaat uit opgerekt gitaarspel en Latijnse percussie. Topol legt een wazigheid over zijn muziek heen, door er bijvoorbeeld met een ruis doorheen te zingen. Zo ontstaat het dromerige geluid waarmee hij zijn luisteraar tracht te hypnotiseren. (JvQ)