Zijn drums mogen onontbeerlijk zijn in het geluid van The Beatles , maar de songs die Ringo Starr op hun albums zong behoren (zacht gezegd) niet tot de hoogtepunten van de fab four. In de speelfilms A Hard Day's Night en Help en ook in eigen liedjes als Octopus's Garden en Don't Pass Me By was Starr vooral de clown met onzuivere stem. Op zijn 20ste solo album What's My Name is deze krasse knar nog geen steek veranderd. Opnieuw biedt het een verzameling luchtige en goedgeluimde songs, een stuk zuiverder door Starr gezongen met zijn herkenbare nasale stem. Hij wist wel een topcast van muzikanten om zich heen te verzamelen, zoals gitaristen Steve Lukather en Joe Walsh , terwijl zijn oud-collega Paul McCartney opduikt op bas. Starr produceerde het album zelf en zette zijn, minstens zo herkenbare, primaire maar altijd swingende drums op de voorgrond. Misschien is dat wel de grootste traktatie van What's My Name. (MR)