‘God heeft ons niet geleerd hoe we samen moeten leven. Dat is iets wat we als mensen zelf moeten uitvinden’. Dat is de moraal bij deze cd, maar eigenlijk van het complete oeuvre van Goran Bregovic. In de jaren 70 was hij een rocker in de groep Bijelo Dugme , zeg maar de Golden Earring van het toenmalige Joegoslavië. Nadat die band en later ook zijn land uit elkaar vielen, verdiepte Bregovic zich in de volksmuziek van de Balkan, vooral de lokale zigeunermuziek. Daarnaast koppelde hij die muziek aan invloeden van over de hele wereld. Zo werkte hij samen met Iggy Pop , Cesaria Evora en het Bulgaarse vrouwenkoor Angelite . Ook op deze cd ontvangt Bregovic weer allerlei gasten, die allemaal hun eigen muzikale bagage meenemen. Zo verkent hij met Rachid Taha de muziek van Noord-Afrika terwijl hij met Gershon Leizerson en Riff Cohen weer joodse muziek speelt. Het levert een afwisselend album op van een man die een heel eigen geluid heeft uitgevonden. (PdK)