De ouverture herinnert aan een held uit de geschiedenis van de Mongolen en aan één van de grote veroveraars in de geschiedenis van de mensheid: Dschingis Khan. Hij slaagde erin om de Mongoolse stammen te verenigen, Peking te veroveren en tot in het hart van het Aziatische continent op te rukken. Ook in Europa liet hij sporen van zijn schrikbewind achter. Dschingis Khan deed oude culturen ineenstorten en bracht een wereldrijk van enorme omvang tot stand, dat echter slechts een kort bestaan had. Kees Vlak heeft het eerste en derde deel van "Dschingis Khan" zo muzikaal vormgegeven dat dit de aanval weergeeft van de Mongoolse cavalerielegers, die het Mongoolse Rijk in korte tijd tot een groot rijk maakten. Dramatische klanken, vooral in het koper en slagwerk, symboliseren de gevaarlijke slagkracht van de Mongoolse strijders te paard. Het middendeel daarentegen is rustiger en geschreven in oriëntaliserende melodiek. Op deze manier wil de componist vooral de oude culturele centra van Centraal-Azië uitbeelden, die Dschingis Khan in zijn veroveringsoorlogen heeft overwonnen. Hier is met name het veelzeggende spel van de houtblazers vereist
Meer informatie
Je leent deze bladmuziek bij je eigen Bibliotheek. Vul de vier cijfers van je postcode in en vind je Bibliotheek.