Het eerste deel, allegro moderato, met zijn constant veranderende maat en aanstekelijke ritmes, is gebaseerd op een dans die oorspronkelijk voor een andere compositie was bedoeld (en nooit werd voltooid). Het andante con moto, met zijn afwisselende passages van ¾ en ⅜ maat, suggereert een ‘pas de deux’ waar een zacht, langzaam walsachtig deuntje tegenover een ländler-achtige melodie wordt gezet. Dit deel leidt zonder onderbreking naar het laatste allegro, een onstuimige ensembledans met een duidelijk 'Slavisch' gevoel. Later herschreef Woolfenden het stuk voor symfonisch blaasorkest met de titel Bohemian Dances.
Meer informatie
Je leent deze bladmuziek bij je eigen Bibliotheek. Vul de vier cijfers van je postcode in en vind je Bibliotheek.