Tsjaikovski componeerde zijn Zesde symfonie in de eerste helft van 1893. Tegenover zijn neef Bob Davidov bekende hij dat het werk een verborgen betekenis had, die hij echter geheim hield. In het eerste deel citeerde Tsjaikovski een melodie uit de Orthodoxe liturgie voor de doden. De aangrijpende finale heeft het karakter van een afscheid. En inderdaad, het werd zijn zwanenzang. Zijn dood, ruim een week na de première, was het begin van een geruchtenmachine die niet onderdeed voor die rond de dood van Mozart. Want zoals Mozart werd vermoord door Salieri, zo werd Tsjaikovski door een ereraad tot de gifbeker veroordeeld vanwege zijn homoseksualiteit. Allemaal onzin natuurlijk, maar Tsjaikovski's werkelijke doodsoorzaak is nog steeds een raadsel. Deze cd is de derde van Paavo Järvi en de Tonhalle-Orchester Zürich met Tsjaikovski. Eerdere releases kregen onder andere een Diapason d'Or en de Preis der deutschen Schallplattenkritik. (HJ)