Pierius Magnus is een historisch figuur uit Friesland. Hij was boer én opstandeling tegen de Hollandse onderdrukkers, zo rond het jaar 1500. Was hij een held? Was hij een barbaar? Hoe we hem ook willen zien, Jan de Haan zag in Grutte Pier ieder geval een spannende bron van inspiratie in voor een compositie. Hij stelt de nationale held direct in het begin aan ons voor met een grillig capricciothema. Daarna volgt: ‘De Arumer Swarte Heap’, zijn bende mannen die ten strijde trok tegen de Hollanders. Een moment van rust valt in. Maar niet voor lang, want de strijd barst in alle hevigheid los! Het werk eindigt met het terugtrekken van een gedesillusioneerde Grutte Pier... Bevat de delen: 1. Grutte Pier = Grote Pier ; 2. De Arumer Swarte Heap = De Arumer Zwarte Hoop ; 3. It Fryske lân fol eare en rom = Het Friese land van eer en glorie ; 4. It krús fan de Hollanner = Het kruis der Hollanders ; 5. Bûter, brea en griene tsiis = Boter, roggebrood en groene kaas ; 6. Nae myn Heer ta = Naar mijn Heer toe