Klezmermuziek ontstond in de Shtetl (dorpen) en de getto's van Oost-Europa, waar rondtrekkende joodse troubadours, bekend als klezmorim, sinds de vroege Middeleeuwen optraden bij feesten - met name bruiloften. Klezmer is een Jiddische term waarin de Hebreeuwse woorden kley (instrument) en zemer (lied) worden gecombineerd; de wortels van de stijl liggen in wereldlijke melodieën, populaire dansen, het joodse hazanut (cantorijmuziek) en de nigunim; de tekstloze melodieën die worden gereciteerd door de hasidim (orthodoxe joden). Sinds de 16e eeuw zijn er teksten aan klezmermuziek toegevoegd, dankzij de badkhn (de ceremoniemeester bij bruiloften), het purimshpil (het toneelstuk van Esther bij het purimfeest) en tradities van het Jiddische theater, maar de term werd geleidelijk synoniem aan instrumentale muziek, waarin met name de viool en klarinet de hoofdrol spelen. Voor A Klezmer Karnival zijn drie traditionele melodieën gebruikt: Choson kale mazel - een bruiloftsdans om de bruid en bruidegom geluk te wensen ; Freylekh - een joodse kringdans, later gecommercialiseerd als A Night in Paradise ; Sherele - letterlijk kleine schaardans ; dit is een Duitse herdersdans. Net als Freylekh is Sherele meer een type dans dan een specifieke titel
Meer informatie
Je leent deze bladmuziek bij je eigen Bibliotheek. Vul de vier cijfers van je postcode in en vind je Bibliotheek.