Eos is de godin van de dageraad in de Griekse mythologie. Haar verschijning elke ochtend markeert het begin van een nieuwe dag. Ze komt met haar strijdwagen tevoorschijn in het oosten, en haar broer Helios, ook wel de zon genoemd, volgt haar met zijn eigen team. De schoonheid van de godin Eos wordt als onovertroffen beschouwd. Het werk begint met een nachtscène. Vanuit de verte is een bosuil te horen. Vervagende harmonieën brengen duisternis en onzekerheid over. De hoofdmelodie begint koraalachtig en vertegenwoordigt het beginnende roodachtige licht van de godin Eos. Plotseling vallen de eerste zonnestralen op het land. Stijgende lijnen worden begeleid door fanfare-achtige koperinzetten. Eindelijk verschijnt de zon. De ochtend begint met een gestage hartslag, begeleid door vogelgezang en fragmenten van de Eos-melodie die eerder te horen was. Abrupt worden nieuwe ritmische melodieën toegevoegd, die het ontwaken van het leven beschrijven. Vervolgens klinkt de hele Eos-melodie opnieuw; dan wordt de muziek weer rustig. De dageraad verdwijnt geleidelijk. Nu begint de drukte weer en wordt het pulserende leven uitgedrukt met veel ritmische verschuivingen en een snelle verandering van harmonieën.
Meer informatie
Je leent deze bladmuziek bij je eigen Bibliotheek. Vul de vier cijfers van je postcode in en vind je Bibliotheek.