Hoewel Bartók zijn Eerste Vioolconcert en het Altvioolconcert respectievelijk aan het begin en het eind van zijn carrière componeerde, delen ze een bijzondere overeenkomst. Beide concerten schreef Bartók als gedesillusioneerd man. Het Eerste Vioolconcert was feitelijk een liefdesverklaring aan violiste Stefi Geyer. De relatie liep op niets uit en Bartók stuurde haar de partituur met de woorden: ‘Mijn bekentenis: voor Stefi, uit gelukkiger tijden, al was het slechts eenzijdig geluk’. Naar verluidt heeft Geyer het concert nooit uitgevoerd. Pas na haar overlijden 1956 kwam het boven water. Bartók schreef zijn Altvioolconcert toen hij in 1940 ontgoocheld vanuit Hongarije naar de Verenigde Staten was geëmigreerd. Terwijl Europa onder het oorlogsgeweld ineenstortte, stortte in Amerika Bartóks eigen wereld in toen bij hem leukemie werd geconstateerd. Hij zou niet meer genezen en liet het Altvioolconcert onvoltooid achter. Bartóks leerling en vriend Tibor Serly voltooide het stuk. Het is deze versie die (alt)violist Yuri Zhislin op dit album uitvoert. Ook speelt de in Londen woonachtige Zhislin samen met de Russisch Staats Symfonie Cappella zijn eigen orkestratie van Bartóks Roemeense Dansen. De opname werd gemaakt 2021 en is daarmee, net als Bartóks Eerste Vioolconcert, afkomstig uit gelukkiger tijden. De musici konden toen niet bevroeden dat op het moment van de release een nieuwe oorlog op het Europese continent woedt. (JWvR)