De Belg Eugène Ysaÿe was een van de grote vioolvirtuozen van begin vorige eeuw. Ysaÿe vond overigens, net als zijn beschermer Ferruccio Busoni , dat virtuositeit geen doel op zichzelf hoorde te zijn. Ysaÿe verzorgde de premières van belangrijke klassieke composities, waaronder de Vioolsonate van Franck en het Strijkkwartet van Debussy . Hij componeerde ook zelf. Zijn Sonates op.27 voor viool solo komen regelmatig voorbij op cd. De werken van het huidige album zijn veel minder bekend. In hun orkestrale vorm zijn ze niet eerder op cd verschenen, met uitzondering van de Saltarelle Carnavalesque. Aan de Poème Nocturne (viool, cello, piano) was Ysaÿe begonnen tijdens een verblijf in New York in 1914. In 1926 voltooide hij in Brussel de orkestrale versie. Ysaÿe’s laatste orkestwerk was de georkestreerde versie van de Fantaisie op.32. Hij droeg het op aan de 44 jaar jongere violist Jeanette Dincin, met wie hij in 1927 in het huwelijk was getreden. Jeannette speelde niet eens de première. Die eer viel te beurt aan Ysaÿe’s 16-jarige vioolleerling Viola Mitchell. In 1930 speelde Jeannette het stuk zelf in de Kursaal van Oostende. (HJ)