Hendrik Conscience Lof & Blaam

Hendrik Conscience Lof & Blaam

Lof & Blaam: Hendrik Conscience

1873 J.H.C. Heijse, in een bespreking van ‘Een Slachtoffer der Moederliefde'. In: 'De Gids. Jaargang 1873',

Citaat:

Dikwijls toch schijnt deze auteur tot de zoodanigen te behooren, die den juisten toon aanslaan, maar minstens genomen zeer ongelukkig zijn in de keuze van hun stof. Hij vertelt uitnemend, zijne wijze van voorstelling is aanschouwelijk; maar daarmede is in vele gevallen dan ook alles gezegd. Waarschijnlijk ter oorzake eener groote onevenredigheid tusschen zijnen ijver en zijne vindingrijkheid treedt hij dikwijls voor 't publiek op zonder iets te hebben, dat der mededeeling waardig is. Een ander gevolg daarvan is, dat men zonder een sterk geheugen te hebben, na de kennismaking met een deel zijner geschriften, al spoedig op oude bekenden meent te stuiten.

Volledige tekst

1905 Prosper van Hove, ‘Vlaamse Kroniek’. In: Cyriel Buysse, Louis Couperus en Willem Gerard van Nouhuys (red.), 'Groot Nederland. Jaargang 3. Letterkundig Maandschrift voor den Nederlandschen stam'.

Citaat:

Wat Consience aan zijn volk vertelde was niet de dagelijksche, hun maar al te wel bekende werkelijkheid van hun zwoegersleven; 't was hem integendeel te doen om hun die ruwe werkelijkheid te doen vergeten, en ze mee te voeren in hoogere en zachtere sferen, waar de menschen gelukkiger waren, of door wilskracht en deugd gelukkiger zouden kunnen worden. Hij was een romantieke moralist, en hij was ook en vooral: een trooster. Dáár ligt, geloof ik, meer nog dan in de attractie die voor eenvoudige zielen van zijn vermooiend romantisme uit kan gaan, de groote bekoring van Conscience als volksverteller. Hij was een trooster.

Volledige tekst

1938 Lambert Simon, ‘Antoon Coolen. Hendrik Conscience, de verteller van zijn volk’. In: 'De Gemeenschap. Jaargang 14'.

Citaat:

Hendrik Conscience was overgevoelig, maar niet zonder een verwarmende hartelijkheid. Hij was een slecht psycholoog, maar hij verstond het symbool der geschiedenis van Vlaanderen en de ziel van het Vlaamsche volk. Hij schreef slecht proza, maar hij had geen voorbeeld tenzij in de stijlmode zijner dagen, waarvan hij de onhebbelijkheden beter vermeed dan zijn tijdgenooten dit deden. In zijn land was hij een begin. Hij was het begin eener nieuwe Vlaamsche litteratuur.

Volledige tekst

1938 Lambert Simon, ‘Antoon Coolen. Hendrik Conscience, de verteller van zijn volk’. In: 'De Gemeenschap. Jaargang 14'.

Citaat:

Hendrik Conscience was overgevoelig, maar niet zonder een verwarmende hartelijkheid. Hij was een slecht psycholoog, maar hij verstond het symbool der geschiedenis van Vlaanderen en de ziel van het Vlaamsche volk. Hij schreef slecht proza, maar hij had geen voorbeeld tenzij in de stijlmode zijner dagen, waarvan hij de onhebbelijkheden beter vermeed dan zijn tijdgenooten dit deden. In zijn land was hij een begin. Hij was het begin eener nieuwe Vlaamsche litteratuur.

 

Volledige tekst

1985 G.J. van Bork & P.J. Verkruijsse (red.), ‘Conscience, Hendrik’. In: 'De Nederlandse en Vlaamse auteurs van middeleeuwen tot heden met inbegrip van de Friese auteurs'.

Citaat:

Met de uitzonderlijke creatieve energie van de geboren kunstenaar heeft hij, toen de Nederlandstalige cultuur in België tot een dieptepunt was gedaald, een lezend publiek geschapen. Hij trachtte het tot nationale bewustwording en geloof in de schoonheid van het leven op te wekken. Psychisch lijkt hem een zeldzame verbinding van gevoel en verbeelding, neiging tot idealisering en zin voor nuchtere realiteit te karakteriseren. In België heeft geen schrijver als hij zovele romantische thema's en motieven behandeld. Hij was tevens een bezield redenaar, waarvan de echo's in bijv. Jacob van Artevelde doorklinken.

 

Volledige tekst

Lof & Blaam: 'De leeuw van Vlaanderen'

1856 H.J. Schimmel, ‘Hendrik Conscience’. In: 'De Gids. Jaargang 20'.

Citaat:

De vaderlandsliefde en opgewondenheid voor de vrijheid, welke in dit werk bovenal op den voorgrond stond, strekte wel aan de eene zijde om den roem van den jongen Conscience te vermeerderen en de sympathie zijner gelijkgezinde landgenooten voor hem op te wekken; aan de andere zijde echter was daarvan, bij het scherp tegen elkander overstaan der verschillende partijen, het natuurlijk gevolg, dat hij zich daarmede tevens den haat der Franschgezinde partij in België op den hals haalde, welke in hem den hersteller en voorvechter zag van het door haar met zoo veel moeite teruggedrongen volkselement, terwijl juist deze partij toen ter tijd de politieke betrekkingen des lands uitsluitend beheerschte.

Volledige tekst

1857 W.J. Hofdijk, 'Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde'.

Citaat:

In het Zuiden verscheen de vruchtbare hendrik conscience, 3 December 1812 te Andwerpen geboren, die met volle recht den naam van Vlaanderens eersten romanschrijver verdient. Zijn Leeuw van Vlaenderen werd er met groote toejuiching ontfangen. Doch, schoon hy ook eene Geschiedenis van Belgie schreef, is hy den historischen roman echter niet opgewassen: dat doordringen in den geest des tijds, gemakkelijk als van lennep, wijsgeerig als Mevrouw bosboom-toussaint wordt by hem gemist.

Volledige tekst

1912 G. Kalff, ‘Conscience (1812-'83)’. In: G. Kalff, ‘Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Deel 7’.

Citaat:

Een historische roman is dit werk eigenlijk niet; eer een breed opgezet, hoogromantisch geschiedkundig tafreel van de gebeurtenissen die aanleiding tot den Sporenslag gaven en van dien slag zelf. Om er recht van te genieten, moet men Vlaming zijn. Maar ook wij kunnen hier den zin voor het grootsche waardeeren: den gloed, al wordt hij door walm verduisterd; de kracht, al overspant zij zich telkens; den gelukkigen opzet, die ons al dadelijk den aarts-Vlaming Jan Breydel tegenover de Franschen toont; het indrukwekkend slot met de komst van den, min of meer symbolieken, gulden ridder in den slag.

Volledige tekst

1927 Jan te Winkel, ‘Hendrik Conscience en zijne navolgers’. In: ‘De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde . VII: Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde in de eerste eeuw der Europeesche staatsomwentelingen (2)’ (tweede druk).

Citaat:

Naar den inhoud is ‘De Leeuw van Vlaenderen’ een historische roman, wel in bijzonderheden menigmaal strijdig met de historische waarheid […]. Naar den vorm is het een kind der romantiek van den tijd, waarin de schrijver leefde, met al den pathos, al de dwepende en smeltende en snikkende sentimentaliteit, haar eigen […]. Maar bovenal is ‘De Leeuw van Vlaenderen’ het zinnebeeld van het volksbewustzijn der Vlaamsche poorters en kerels, ontwaakt op de roepstem der nu weer door Conscience's toovermacht tot menschen van vleesch en been geworden schimmen uit Vlaanderens grootsch verleden[…]. Aan Conscience hadden de Vlaamsche mannen der negentiende eeuw het te danken, dat zij in deze groote voorvaderen uit den Guldensporenslag zich zelf hebben leeren hervinden, […].

Volledige tekst

1951 August Vermeylen, ‘Conscience en zijn Leeuw van Vlaanderen’. In: 'Verzameld werk. Deel 2'.

Citaat:

Ik wil maar dadelijk zeggen wat eenieder weet: het werk heeft nog veel gebreken. Dat het in het licht van dien tijd moet beschouwd worden is billijk, doch slechts een verzachtende omstandigheid. Allerlei conventie uit die dagen ligt er duimdik op. De zielkundige ontleding gaat zeker niet diep. […] Daarbij is het Nederlands van Conscience op verre na niet altijd zuiver. Kortom, De Leeuw van Vlaanderen verschijnt ons in menig opzicht als een begin. Maar nu beweer ik, dat zelfs de literairgevoeligen van onzen tijd naar dat begin met eerbied mogen opzien: wanneer ik den roman als geheel over-schouw, zodat mijn blik niet meer haperen blijft aan enkele tekortkomingen en inzinkingen, of bijzonderheden die voor onzen smaak romantisch-vals geworden zijn, dan zeg ik: dat geheel is gróót.

Volledige tekst