Jacob Israël de Haan Erfenis

Jacob Israël de Haan Erfenis

1. Stichting Jacob Israël de Haan

In Amsterdam werd op 1 juni 1952 het Genootschap Jacob Israël de Haan opgericht, met Garmt Stuiveling als voorzitter, Wim Simons als secretaris en onder anderen Jaap Meijer, Jac. van Hattum, Johan Polak, Sonja Witstein en Kees Lekkerkerker als leden. Niet de minsten, maar toch is het genootschap een stille dood gestorven.

Op 23 september 2008 werd opnieuw een genootschap opgericht, nu met de naam Stichting Jacob Israël de Haan. Deze stichting, onder voorzitterschap van Marita Mathijsen en gevestigd in Amsterdam (Pieter Pauwstraat 9), stelt zich ten doel het leven en de werken van de schrijver onder de aandacht te brengen, de studie van zijn persoon en activiteiten in de context van zijn tijd en historische betekenis te entameren en de heruitgave van zijn werk te bevorderen. Daarnaast wordt gestreefd naar het verschijnen van ‘een goede en complete’ biografie. Op de dag van de oprichting werd de eerste studiebijeenkomst rond persoon en werk van De Haan georganiseerd.

De lezingen die toen werden gehouden, zijn in september 2009 opgenomen in de tweede aflevering van de dertiende jaargang van Uitgelezen boeken; katern voor boekverkopers en boekenkopers. Dat Jacob Israël de Haan-nummer, uitgebracht op initiatief van de stichting, heeft als titel Een vriend komt thuis. Het bevat onder meer bijdragen van Marita Mathijsen (Jacob Israël de Haan tussen Tachtigers), Gert Hekma (Hoe homoseksueel is De Haan?) en Evelien Gans (Jakobs worsteling met Jacob: Jaap Meijer en Jacob Israël de Haan).

Lezingen

Een ander initiatief van de stichting, in samenwerking met de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam, is de Jacob Israël de Haan Lezing. De eerste werd op 22 oktober 2009 in het Museumcafé Bijzondere Collecties gehouden door Evelien Gans. Onder de titel 'Ik ben een Mensch: niets is mij vreemd gebleven. Het spiegelgevecht van Jaap Meijer met Jacob Israël de Haan’ sprak zij over de visie van biograaf Jaap Meijer op Jacob Israël de Haan.

Ludy Giebels hield op 21 oktober 2010, eveneens in Museumcafé Bijzondere Collecties, de tweede Jacob Israël de Haan Lezing: ‘De feuilletons als biografische bron voor De Haan’. Na afloop van de lezing presenteerde René van Stipriaan de digitale editie van de feuilletons op de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (DBNL).

2. Monumenten

Monument in de Jodenbreestraat, Amsterdam

In de Jodenbreestraat staat voor het Rembrandthuis het monument voor Jacob Israël de Haan, ook wel bekend als de Grenspaal. Het door Hans ’t Mannetje gedeeltelijk uit natuurstenen bouwfragmenten samengestelde gedenkteken markeert het punt tot waar de geplande snelweg van Amstelstation tot Scheepvaarthuis is gerealiseerd. Als verwijzing naar de verdwenen Jodenbuurt werd het volgende kwatrijn van Jacob Israël de Haan opgenomen:

Die te Amsterdam vaak zei: 'Jeruzalem'
en naar Jeruzalem gedreven kwam,
Hij zegt met mijmerende stem
'Amsterdam, Amsterdam…'.

Homomonument aan de Westermarkt, Amsterdam

De regel ‘Naar vriendschap zulk een mateloos verlangen’ uit het gedicht ‘Aan eenen jongen visscher' van De Haan is opgenomen op het Homomonument op de Westermarkt in Amsterdam. Het door Karin Daan ontworpen, in 1987 onthulde monument bestaat uit drie gelijkzijdige driehoeken van roze graniet die met elkaar zijn verbonden door een streep. Daardoor ontstaat een vierde, grote gelijkzijdige driehoek. ‘Tussen de drie driehoeken, die verleden, heden en toekomst symboliseren, gaat het dagelijks leven op de Westermarkt gewoon door,’ zo is te lezen op de site over het monument.

3. Bibliotheken en musea

Bibliotheca Rosenthaliana, Amsterdam

Als onderdeel van de Bibliotheca Rosenthaliana beheren de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam een belangrijke collectie met betrekking tot Jacob Israël de Haan. Zelf vernietigde hij bijna alle brieven die hij ontving en hij vroeg zijn vrienden hetzelfde te doen met de brieven die hij hen schreef. Velen deden dat gelukkig niet.

In ‘1881-1924: The Rosenthaliana's Jacob Israel de Haan Archive’ beschrijft Marijke T.C. Stapert-Eggen hoe zijn literaire archief, nadat hij was vermoord, van Jeruzalem naar Nederland werd gebracht. Daar werden zijn boeken geveild en zijn papieren overgedragen aan zijn weduwe, Johanna van Maarseveen. Zij gaf die (al dan niet in bruikleen) in de jaren dertig aan David Koker, een bewonderaar van De Haans werk. Voor de oorlog bracht deze de papieren onder bij zijn vriend Karel van het Reve. Toen bleek dat Koker de oorlog niet had overleefd, schonk die ze aan de Bibliotheca Rosenthaliana, overtuigd dat Koker en ook De Haan zelf het zo zouden hebben gewild.

Ludy Giebels inventariseerde het archief en publiceerde daarover ‘De archivalia in de Bibliotheca Rosenthaliana’ (in Studia Rosenthaliana 20 (1986) p. 200 – 209) en Inventaris van het Archief van Jacob Israël de Haan in the Bibliotheca Rosenthaliana (Universiteitsbibliotheek Amsterdam, 1994).

Letterkundig Museum, Den Haag

Het Letterkundig Museum beheert een kleine collectie brieven en handschriften van Jacob Israël de Haan. Met name de correspondenties met onder andere Jan Greshoff, Frans Mijnssen, Victor van Vriesland en Herman Robbers dienen te worden genoemd. Interessant is ook het archief van Kees Lekkerkerker betreffende de door hem verzorgde uitgave van de Verzamelde Gedichten en Besliste Volzinnen.

Zie voor een overzicht van alle documenten van J.I. de Haan in het Letterkundig Museum de Catalogus.

4. Websites